Les 1: Niets wat ik deze kamer - in deze straat, uit dit raam, op deze plek - zie betekent iets.

1. Kijk nu langzaam om je heen en oefen je in het heel specifiek toepassen van dit idee op wat je maar ziet. 2 Deze tafel betekent niets. 3 Deze stoel betekent niets. 4 Deze hand betekent niets. 5 Deze voet betekent niets. 6 Deze pen betekent niets.

2. Kijk dan wat verder dan je directe omgeving en pas het idee in een wijder blikveld toe. 2 Die deur betekent niets. 3 Dat lichaam betekent niets. 4 Die lamp betekent niets. 5 Dat bord betekent niets. 6 Die schaduw betekent niets.

3. Merk op, dat deze uitspraken niet gerangschikt zijn in enige ordening en evenmin rekening houden met verschillen in de aard van de zaken waarop ze worden toegepast. 2 Dat is de bedoeling van de oefening. 3 De stelling dient eenvoudigweg toegepast te worden op alles wat je ziet. 4 Wanneer je het idee van de dag oefent, hanteer het dan volkomen willekeurig.
Probeer het niet toe te passen op álles wat je ziet, want deze oefeningen moeten geen ritueel worden. Zorg er alleen voor dat niets wat je ziet uitdrukkelijk wordt uitgesloten. Het ene is wat de toepassing van het idee betreft even goed als het andere. Elk van de eerste drie lessen moet niet vaker dan tweemaal per dag worden gedaan, bij voorkeur
ʹs morgens en ʹs avonds. Evenmin zou je ze langer dan ongeveer een minuut moeten proberen, behalve wanneer dat een gevoel van haast met zich meebrengt. Een aangenaam gevoel van ontspannenheid is essentieel.

We duiken gelijk de diepte in met deze les, die vraagt alle waarnemingen die we kennen bereid te zijn als niets betekenend te willen leren zien. Aanvaarden dat het lichaam, je kind, je huis, je ouders, je wereld, niets betekenen dus niet echt bestaan, is ware vergeving, maar zonder voorbereiding of vertrouwen geeft dat meestal veel weerstand en angst. Vandaar dat het in het begin, wanneer we met de eerste lessen van het Werkboek beginnen, normaal is dat er weerstand of angst langskomt; die bijwerkingen zijn tegelijk ook een hulp, want het moet sowieso geleerd worden om deze gevoelens te doorzien als onware gedachten, waarnemingen en te vergeven. Dat we verbeelde gedachten, die geprojecteerde angstwaarnemingen zijn, moeten leren ontdoen van hun waarde door ook daarvan te zien ´dat betekent niets´.  Maar zonder in de valkuil te trappen de hele dag het ‘ik ben niet bang, ik ben niet bang dat betekent niets’, ritueel te gaan lopen opzeggen. Het gaat erom dat we leren inzien dat ‘niets wat ik (in deze kamer, in deze straat, uit dit raam, op deze plek) zie betekent iets’ aangeeft dat waarnemingen onware gedachten zijn die niet angstwekkend zijn, omdat ze niet waar zijn; ze lijken slechts angstwekkend omdat we zelf in de denkgeest ons liefde-zijn-delen-met-God hebben ingeruild voor doodsfantasiebeelden. De weg uit de wens dood- en tegen-liefde fantasiedromen te maken en te geloven, is inzien dat we zelf deze hele waarnemingswereld hebben ontworpen om van liefde delen naar fantasie te gaan en die keuze nu weer willen laten omdraaien. Door het wonder van de Heilige Geest/genade gedachten te krijgen die ons helpen om onze aandacht van onware naar ware gedachten te richten, kan de keuze weer naar liefde-zijn te willen delen en de bereidheid daarvoor pijn en doodsfantasieën los te leren laten en als niets betekenend te willen zien.  Het leren van deze omkering begint met de eerste les van het Werkboek. We starten met simpele waarnemingen (‘in deze kamer, in deze straat, uit dit raam, op deze plek’). In les 4 (‘Deze gedachten betekenen niets’) passen we de keuze voor liefde toe op alle gedachten die voorbijkomen. De belangrijkste Hulpbron hierbij is onze bereidheid om de hulp van de Heilige Geest (HG) in onze denkgeest (kennendheid-zijn van gedachten) te vragen en te aanvaarden dat voor ons te doen, want onze denkgeest is besmet met de verslaving, de wens met onware gedachten pijndromen te maken en we hebben dus hulp nodig om dat malle idee los te leren laten.

Het zélf als denkend-een-mens-te-zijn willen doen is het grootste struikelblok omdat je dan de belichaamde persoon, die zelf deel van de fantasie is, die opdracht geeft en die niet-bestaande persoon moet dan zijn niet-bestaandheid gaan verhelpen. De HG is net als elke andere gedachte niet iets van buiten onze denkgeest maar het onveranderlijke gewaarzijn van liefde in ons en is de makkelijkste weg uit isolement. De HG weet feilloos hoe simpel dat onware denken herkend en veranderd kan worden als je hem vraagt dat voor je te doen.

Als we de Heilige Geest als hulpmiddel tot ontwaken bij ons vertrouwen, is het gemakkelijker te leren inzien wat ware en onware gedachten zijn. De HG helpt ons zonder dat we zelf iets hoeven te veranderen ‘Alleen de Heilige Geest herkent zowel dwaze als echte behoeften. Hij zal jou onderwijzen hoe je beide kunt vervullen zonder een van beide te verliezen’ T16.1.6:7,8.

Als wij ontspannen in dat vertrouwen dat de HG ons helpt te leren vanuit dat NU-zijn te kijken, bestaan er helemaal geen zintuiglijke objecten maar bestaat slechts het kennen van fysieke onware verbeelde gedachten. Als wij ervoor openstaan om samen met de HG anders naar verbeelde gedachten te gaan kijken, dan zien we dat de dingen die we in het dagelijkse leven zintuiglijke objecten noemen, er in feite niet zijn en daarom dus ook niets betekenen; ze geven ontvanger en gever geen liefde maar angst en schuld, met de illusie van tijd en afgescheidenheid. Iets betekent pas echt iets als er liefde gedeeld wordt. Als de zon de maan verlicht, betekent dit niet dat de zon en de maan licht delen want de maan ontvangt alleen licht en kan geen eigen licht teruggeven Zo ook ons zien van wereld, lichaam en meer, die onware gedachten geven wij aandachtslicht maar ze geven niets terug en vandaar dat we ze als niets ervaren en verbeelden pijn en schuld het gemis aan liefde-delen.

T9.IV.9;3 Dit is de Wederkomst die voor jou werd gemaakt zoals de Eerste Komst werd geschapen. 4 De Wederkomst is niets anders dan de terugkeer van het gezond verstand. 5 Kan dit ook maar enigszins angstaanjagend zijn?

Alles wat wij kennen, zijn gedachten die beweren dat er verschijnselen, lichamen buiten ons zijn. Verschijnende waarnemingen blijken verbeelde gedachten in het gewaarzijn, in die Helderheid, die wij nu zelf als Zoon van God al zijn. Waarnemingen die wij ‘de wereld’ noemen, bestaan dus in feite uit niets anders dan uit het kennen van liefdeloze, onware gedachten binnen onze denkgeest. In de Helderheid die wij zelf zijn, kunnen we slechts kiezen tussen kennen van ware en onware gedachten en daarom bestaan er geen ‘zintuiglijke objecten’ en is er alleen dat éne Licht dat wij zijn en dat bepaalde vormen lijkt aan te nemen. Vormen die wij dan ‘de wereld’ noemen, betekenen niets omdat onware gedachten geen liefde uitwisselen en geen eigen zichzelf kennend licht hebben.

T.3.V.7 .7 Waarneming is een voortdurend proces van aanvaarden en verwerpen, ordenen en herordenen, wisselen en veranderen.

In dit licht bezien heeft de oefening van vandaag een diepere betekenis. Zij betekent niet: ontken de dingen, ga de wereld uit de weg, trek je terug, leef als een heilige, maar: zie alle waarnemingen en de wereld voor wat zij in wezen zijn – het kennen van onware gedachten.

OPEN STAAN OM ANDERS TE GAAN LEREN KIJKEN

T9. IV .1.2 Vergeven is ergens aan voorbijzien.

Vergeven is zien dat iets niet waar is en brengt je naar een ander standpunt van zien van wat ware en onware gedachten zijn, waardoor je vanzelf ontdekt dat de wereld met alle ‘zintuiglijke objecten’ in wezen niet echt bestaat. Zintuiglijke waarneming heeft dus geen enkele betekenis want het ontkent de ware gedachten van liefde delen met God en heel het Zoonschap.

T9.IV.1.3 Kijk dan ook achter de vergissing en laat je waarneming er niet op rusten, want je zult geloven wat jouw waarneming bevat.

Het enige wat je dus kwijt moet raken is je onjuiste denk-standpunt van waaruit je kijkt, waardoor je de wereld, de zintuiglijke dingen, aanziet voor de waarheid in plaats van ze te doorzien als fantasieën die niet uit liefde bestaan; dat is wat vergeving is. Door de onware en onjuiste zintuiglijke waarneming aan de HG te geven, laat dat lieflijke licht je inzien dat onware fantasieën in werkelijkheid niet bestaan. Ware vergeving is in dat lieflijke licht, dat liefde is, inzien dat wat niet bestaat niet vergeven hoeft te worden omdat het niet bestaat. Vergeving is de juiste gerichtheid van denken.

Les 151.3. Hoe kun je oordelen? 2 Jouw oordeel stoelt op dat waarvan je zintuigen getuigen. 3 Toch was er nooit valser getuigenis. 4 Maar hoe beoordeel je anders de wereld die jij ziet? 5 Je hecht een aandoenlijk geloof aan wat jouw ogen en oren weergeven. 6 Je meent dat je vingers de werkelijkheid betasten, en zich om de waarheid sluiten. 7 Dit is een gewaarwording die je begrijpt en die jij voor werkelijker houdt dan dat waarvan de eeuwige Stem namens God Zelf getuigt.’

Zoek je die waarheid vanuit het aanvaarden van de verzoening, dan zul je vanzelf ontdekken dat het zien en waarnemen met de HG in ons wat we delen zélf het wonder is om samen te doorzien dat zintuigen en alle waargenomen dingen niets zijn. Want gedachten die een mal idee verbeelden, verkopen de enige grote vergissing, een illusie dat liefde op zichzelf niet bestaat, maar uit dingen buiten te halen is.

T 7.III.4; In het Koninkrijk zijn betekent eenvoudig je totale aandacht erop richten.”

Je ontdekt nu dat je je liet verleiden, omdat je dacht dat de dingen over een onafhankelijk bestaan buiten jezelf beschikten waaruit je persoonlijk geluk dacht te kunnen halen. Zolang je dat denken gelooft, zie je de hele wereld als een zeer reële vijand. Je zou zelfs kunnen zeggen dat dan de hele schepping je vijand is die weigert je geluk te willen geven. In les 1 van het Werkboek oefenen we met simpele waarnemingen als ‘tafel, stoel, hand, voet en pen’. Maar alles, elke waarneming en elke gebeurtenis, kan je afleiden je aandacht te richten op het ontstaan van deze wereld. Les 1 nodigt ons uit een begin te maken de verleiding om geluk te halen uit de niet-bestaande dingen op te geven. Het gaat erom de onpersoonlijke liefde die je zoekt in je eigen zijn te hervinden en daar je totale aandacht op te richten. Door onware gedachten betekenis te blijven geven, kies jij er zelf voor om je te laten verleiden en bewandel je een doodlopende weg naar angst, schuld, dood en hel.

HET HELE SPECTRUM VAN AL JE ZINTUIGEN IS EEN ILLUSIE VAN VERBEELDE GEDACHTEN.

Aanvaard met de verzoening dat je nog steeds thuis in die liefde zelf bent zoals je was voordat je ging dromen en vermijd het standpunt om vanuit je ogen te kijken naar iets dat liefdeloos buiten jezelf lijkt te bestaan en dat jou niet geeft wat je zoekt. Daarmee vermijd je vanzelf die zintuiglijkheid te geloven met: ‘dit betekent niets’. De enige manier waarop je dat kunt doen, is door het onpersoonlijke zichzelf kennende liefde-zijn standpunt in je te willen hervinden en die verzoening te willen aanvaarden om van daaruit letterlijk in te zien dat het hele spectrum van al je zintuigen een illusie van tuigen zonder zin, verbeelde gedachten zijn.

T.3.V.7 .8Het toekennen van waarde is een wezenlijk bestanddeel van waarneming, omdat oordelen noodzakelijk zijn om te kunnen selecteren.

De bedoeling is dat we ons ervan bewust worden dat die ‘droomdingen’ die je hebt leren kennen met hun wereld van lijden, totaal geen waarde hebben voor ons kennen van liefde-zijn oftewel ons pure GodsGewaarZijn dat jou als de ‘Zoon van God’ al toebehoort en dat je zonder die basis bewust in je te hervinden nooit blijvend geluk, rust en vrede in jezelf herkent. Het betekent ook dat jij je als Zoon er weer bewust van mag worden dat je geen schuld draagt aan een niet bestaande droomwereld die je lijkt te blijven zien met de ogen van het lichaam.

T 14. IV. 2. Jij, die tot de Eerste Oorzaak behoort, door Hem geschapen als Zijn evenbeeld en als deel van Hem, bent meer dan louter schuldeloos. 2 De staat van schuldeloosheid is niets anders dan de toestand waarin dat wat er niet is, is weggenomen uit de verwarde denkgeest die dacht dat het er wel was.

Rust en vrede die hervonden worden door weer liefde met God en heel het zoonschap te willen delen komen nooit van iets wat je buiten jou lijkt waar te nemen maar zijn de weerspiegelingen van je eigen zon, het stille Zijn wat je zelf door het aanvaarden van de verzoening al bent, altijd al was en zult zijn. Dat je liefde-zijn-delen kwijt leek te zijn en het buiten jezelf zoekt, is de reden waarom we in deze droomwereld zo ongelukkig zijn. Toch verwacht je onbewust nu nog van de belichaamde pop Jan, ofwel de maan, meer dan van je eigen zon-zijn. Deze poppenkastwereld, waarin wij in een oneindige reeks het slachtoffer-dader spel Jan Klaassen versus Katrijn lijken te spelen, geeft al die zintuiglijke waarnemingen vol onuitroeibare tegenstellingen die altijd eindigen met de dood, en daar is nergens de rust en vrede van eeuwige liefde delen te vinden.

T18.IX.7.4: zolang jij het kinderspel van doen alsof wilt spelen.

We moeten dus weer durven en willen bewust te worden dat we dit tegen-liefde-zijn-spel zelf zijn gaan maken met verbeelde onware gedachten in de denkgeest die nog thuis is in God Zijn Kennen van Liefdesgedachtes. Dus het is belangrijk om die gemeenschappelijke basis van kennen-zijn van gedachten eerst vrij en los van de waarnemingen te mogen weten om tot die aanvaarding van liefde-zijn te komen. Dat we vanuit de vrije denkgeest kijken en niet vanuit hersens en zintuigen is het liefdesvenster waarmee we weer kunnen kiezen tussen ware en onware gedachten. Leren ontspannen in het hervonden ‘nieuwe’ standpunt en met open aandacht naar alle waarnemingen kijken, zowel innerlijke als uiterlijke, is belangrijker dan een automatisch ritueel van steeds de dingen om je heen te blijven benoemen als: ‘Ach, het betekent niets’. Dan kijk je er niet écht bewust naar van waaruit je wezenlijk kijkt en loop je het risico dat dit nieuwe standpunt slechts een intellectueel begrip wordt nu met naamlabel over het liefde-zijn-kennen heen geplakt. Vanuit die onzichtbare, onveranderlijke en onpersoonlijke Zoon zijn we persoonlijke zon en maan fantasie-dromen gaan maken. De Zoon heeft in zijn denkgeest een soort poppenspeler droomscript fantasieverhalen bedacht en dit, zon-de-oorzaak-zijn-van-een-maan, moet weer in beeld komen, willen we uit de droommakerij wakker worden. Het weer mogen hervinden van ‘je nooit verlaten thuis-zijn’ met het aanvaarden van de verzoening is de nooduitgang uit deze nachtmerrie, de stap uit het zelf gemaakte schimmenspel terug naar het al-thuis-zijn in Eenheid met God. Het gaat er dus niet om wat er nu voor waarnemingen lijken te zijn, maar om wat er NU juist wel echt is en wat dit nu-zijn kent. Met andere woorden: de verzoening aanvaarden is het er-kennen van zelf als de dromer de oorzaak te zijn geweest van de droomwerelden en deze met ‘ze betekenen niets’ te vergeven en te doorzien als nooit echt gebeurd.

Les 2: Ik heb alles wat ik in deze kamer - in deze straat, uit dit raam, op deze plek - zie alle betekenis gegeven die het voor mij heeft…

1. De oefeningen met dit idee zijn dezelfde als die met het eerste. Begin met de dingen vlak bij je en pas het idee toe op alles waar je blik op rust. Breid dan je blikveld uit. Draai je hoofd zo dat je alles aan weerskanten kunt zien. Draai je zo mogelijk om en pas het idee toe op wat achter je was. Blijf zo willekeurig mogelijk in je keuze van onderwerpen om het op toe te passen, concentreer je niet op iets in het bijzonder en probeer niet alles wat je in een bepaalde gezichtshoek ziet erbij te betrekken, anders breng je er spanning in.

2. Laat enkel je blik, ontspannen en redelijk snel, ronddwalen en probeer daarbij een keuze naar grootte, helderheid, kleur, materiaal of betrekkelijk belang voor jou te vermijden. Neem de voorwerpen gewoon zoals je ze ziet. Probeer de oefening met gelijk gemak toe te passen op een lichaam of een lichtknop, een vlieg of een vloer, een arm of een appel. Het enige criterium om het idee op iets toe te passen is slechts dat je oog erop viel. Doe geen moeite om iets bepaalds in te sluiten, maar zorg ervoor dat niets uitdrukkelijk wordt uitgesloten.

Jij, als hoofdrolspeler, de pop in je levensfilm, gelooft dat je bent geboren uit een vader en een moeder en vroeg of laat zal sterven. Maar dit geloof dat je jezelf hebt aangeleerd is gebaseerd op aannames. Deze aangeleerde labels heb je ook op alle voorwerpen geplakt die van jouw lichaam uit gezien buiten je lijken en er alleen voor dienen om er tijdens je korte leven persoonlijk geluk uit te halen of de waan om er anderen buiten jou gelukkig mee te maken.

T4.II.1.5 Waarneming is echter altijd specifiek en daarom heel concreet.

“Ik heb alles wat ik zie de betekenis gegeven die het voor mij heeft”. Al die aangeleerde dingen: het lichaam, de zintuigen, het functioneren van denken en voelen en alle ideeën over jezelf, heb je één label gegeven: ‘mijn persoonlijkheid’. De tragiek is echter, dat zolang je gelooft in zo’n persoon, een niet-bestaande ik, dan ben je daar ook de slaaf van. Zeker als je denkt en gelooft daarmee persoonlijk naar een thuis te kunnen gaan en duurzaam geluk te kunnen vinden.

Helaas is dat zoeken en vinden – als pop/lichaam – van geluk, beperkt tot de wereld en kan het nooit blijvend zijn, omdat je denkgeest, het kennen-zijn van (ware en onware) gedachten, niet in je hersenen of lichaam zit, maar altijd Thuis bij God in Zijn Denkgeest huist.

T27.VIII.12. Breng dan ook alle vormen van lijden naar Hem (HG) die weet dat elk ervan is als de rest. 2 Hij ziet geen verschillen waar er geen bestaan, en Hij zal jou leren hoe elk daarvan veroorzaakt is. 3 Niet een heeft een andere oorzaak dan alle andere, en ze worden allemaal met gemak ongedaan gemaakt door slechts één enkele les die waarlijk is geleerd. 4 De verlossing is een geheim dat jij alleen voor jezelf hebt weggehouden. 5 Dit is wat het universum verkondigt. 6 Maar aan haar getuigen schenk jij totaal geen aandacht. 7 Want zij getuigen juist van wat jij niet wilt weten. 8 Ze lijken dat voor jou geheim te houden. 9 Toch hoef je slechts te leren dat je er alleen maar voor gekozen hebt om niet te luisteren, niet te zien’.

Die ene enkele les is: de persoonlijkheid bestaat niet echt, er bestaat geen afgescheidenheid, we zijn Thuis bij God en hoeven alleen maar de verzoening te aanvaarden. De waarnemingen en hun labels betekenen niet écht iets voor wat we werkelijk zijn. Die onware gedachten hebben ons kennen-zijn in God nooit aangetast of veranderd.

DURF ALLES WAT IS AANGELEERD TER DISCUSSIE TE STELLEN EN RICHT JE GEHEEL OP HET AANVAARDEN VAN DE VERZOENING.

In les 2 ligt ook de nadruk op de moeiteloosheid van gewaarzijn. Je ontspannen blik, is als kennendheid dat zichzelf kent, zelf het enige criterium om het idee toe te passen om je van het kennen van waarnemingen weer bewust te worden, als keuzemaker van de HG te leren tussen liefde of fantasieën te kiezen.

In een ´persoonlijke´ pop zijn we op zoek naar die onpersoonlijke gelukkige liefde Zijn-heid. Maar we kunnen die natuurlijk niet vinden zolang we willen geloven vanuit de persoonlijke ogen van het lichaam te kijken naar andere lichamen om daar geluk uit te halen.

T28. VIII. 1. Het lichaam is de centrale figuur in de droom van de wereld. 2 Het ontbreekt in geen enkele droom, en evenmin bestaat het zonder de droom waarin het optreedt alsof het een persoon was die kan worden gezien en geloofd. 3 Het neemt de centrale plaats in in iedere droom die het verhaal vertelt hoe het door andere lichamen werd gemaakt en in een wereld buiten het lichaam werd geboren, daar een tijdje leeft en sterft, teneinde in het stof te worden verenigd met andere lichamen die sterven zoals hij.

Als je het aandurft om alles wat is aangeleerd ter discussie te stellen en je totaal richt op het aanvaarden van de verzoening krijg je vanzelf antwoord op de vraag: Ben ik wel echt een lichaam en heb ik wel ouders en zijn al die benoemingen van die afgescheiden vormen wel waar? Dat opent de deur naar het hervinden van zelf het kennen te zijn van waarneming. Dat is de verschuiving van het standpunt van gekende dingen, zoals mijn lichaam en mijn denken, naar het vorm- en tijdloze Gewaar Zijn dat alles qua waarnemingen moeiteloos in ons kent en draagt. Dit is ware waarneming.

T 7.III.4;2Zolang jij gelooft dat je aandacht kunt schenken aan wat niet waar is, aanvaard je conflict als jouw keuze. 3 Is dit werkelijk een keuze?

Ben je bereid om nu al te kiezen om te kijken vanuit het ongedefinieerde Gewaar Zijn dan kijk je niet meer als poppenhoofd naar waarnemingen van al die gelabelde vormen, maar zie je vanuit openheid één beeld, één waarneming waarin alles zich in stilheid en rust als één beeld doet kennen binnen je eigenste kennendheid. Want ideeën kunnen die kennende bron in ons niet verlaten en er is dus geen sprake van iets dat buiten ons kennen kan bestaan.

Blijf je echter kijken met de ogen van de pop in het zelf gemaakte en bedachte poppenspel, dan zie je geen totaalbeeld, maar afgescheiden vormen die gelabeld zijn als mooi of lelijk, lekker of vies, levend of dood. Je ziet dan alleen dat wat ons onware denken over de aangeleerde inhoud van dat ene beeld met labels tot afgescheidenheid gemaakt heeft en eenheid lijkt verdwenen.

Het weer leren breed en niet-gefocust te kijken, ‘breidt je blikveld uit’ zonder naar de daarin opkomende onware gelabelde gedachten te luisteren die iets beweren over de inhoud van elkaar afgescheiden waarnemingen, en brengt onmiddellijk weer dat ene ongedefinieerde totale beeld van ons Gewaar Zijn in je aandacht, de ingang naar de sfeer van rust van het ware waarnemen.

T4.II.1. 4 Abstract denken is op kennis (Kennen Zijn van de Hemel) van toepassing, omdat kennis (Liefde Zijn kennen) volkomen onpersoonlijk is en voorbeelden (waarnemingen en zelfs de metaforen) onbelangrijk zijn om haar te kunnen begrijpen.

We hebben als maker van de droom het ware weten van onze tijdloze en vormloze Kennendheid weggeven aan zintuigen van de gedroomde pop die onze hoofdrolspeler uitbeeldt. Door specifieke waarnemingen labels te geven als Jan, stoel, zon en maan, lijken we lichamelijk afgescheiden vast te zitten in het poppenspel. We zijn gaan geloven in persóónlijke kennis, en denken dat iets vanuit hersens en zintuigen kennen, weten is. Maar dit is aannemen, interpreteren. Zo ga je in deze schijnbaar werkelijke wereld geloven dat deze persoonlijke kenner het is die je ware ervaringen van liefde kan gaan geven.

Wees bereid weer in te Zien of aanvaard dat je zelf als maker van de droom de ware kennis hebt weggegeven aan het geloof in de ervaringen van een persoonlijke kenner van die wereld. Het komt er nu op aan om het -ken u zelve… maar niets te veel weer te leren omarmen en je zo de staat van voor het dromen begon te herinneren. Dit betekent liefde zijn zonder waarnemingen nodig te hebben van schijnbare anderen buiten mij.

T27.VIII.13. Hoe ánders zul je de wereld zien wanneer je dit hebt ingezien! 2 Wanneer je de wereld jouw schuld vergeeft, zul jij er vrij van zijn. 3 Haar onschuld vereist niet jouw schuld, noch berust jouw schuldeloosheid op haar zonden. 4 Dit is het voor de hand liggende; een geheim dat voor niemand Dan jouzelf is weggehouden. 3 En dit is het wat jou gescheiden van de wereld heeft gehouden, en Jouw broeder gescheiden heeft gehouden van jou. 6 Nu hoef je nog maar te leren dat jullie beiden Onschuldig zijn, of schuldig. 7 Het enige dat onmogelijk is, is dat jullie niet gelijk zijn aan elkaar; dat ze beide waar zijn. 8 Dit is het enige geheim dat nog geleerd dient te worden. 9 En het zal geen geheim zijn dat jij genezen bent.

Door bereid te zijn te beginnen met het aanvaarden van de verzoening, kun je dan over de oorzaak van de droom en de gelabelde wereld weer gewoon zeggen:

T27.VIII.11.‘Ik heb dit gedaan, en dit is wat ik ongedaan wil maken.’

Dat erkennen dat we zelf afgescheidenheid met labels gemaakt hebben, is de onschuld, en dus liefde, naar de oorzaak, de maker en de droomwereld in ons terug te brengen. “Schuld of onschuld in de droomwereld wordt dan doorzien als nooit echt gebeurd, het maakt niet uit wat je pop doet of gedaan lijkt te hebben, het gaat er ‘nu’ om de bereidheid van de ene gelijkheid te herkennen: alles wat ik als zoon heb, heb jij ook, en dat is liefde delen van ons liefde zijn.” De liefde in dit kader is niet de liefde zoals de persoonlijkheid lichamelijke liefde definieert. Deze liefde heeft niets van anderen nodig en is gespeend van elke behoefte en hoeft om liefde te delen er niets voor terug of voor in de plaats. Liefde is gewoon, niet speciaal, en daardoor in staat om ongeacht welke labels hij tegenkomt daarachter altijd liefde te weten. Als vanzelf gaat hij aan elke persoonlijkheid en alle waarnemingen voorbij, om zich ongelimiteerd met elk ander te delen. Deze liefde is onuitputtelijk en zonder aanziens des persoons zacht en onpersoonlijk en onweerstaanbaar. Deze liefde wordt op persoonlijkheidsniveau vaak niet begrepen en als lichamelijke liefde voor de persoonlijkheid opgevat.

Les 51.2. (2) Ik heb alles wat ik zie alle betekenis gegeven die het voor mij heeft.

Ik heb alles waar ik naar kijk beoordeeld (er labels op geplakt) en dat, en dat alleen, is wat ik (met de ogen van het lichaam) zie. Dat is geen visie (noch inzicht maar naar beelden kijken). Het (met bedachte labels zien) is slechts een illusie van de werkelijkheid, omdat mijn oordelen (gelabelde beelden zien) volkomen los van de werkelijkheid (het kennen zijn van werkelijke liefdesgedachtes) zijn gevormd. Omdat ik (de werkelijke wereld) wil zien, ben ik bereid te erkennen dat mijn oordelen (gelabelde beelden zien) alle geldigheid missen (ze betekenen niets). Mijn oordelen (de labels die ik op alles wat ik waarneem plak) hebben mij geschaad, en aan hun leiband wil ik niet zien (want deze labels beperken mij en geven alleen pijn).

Les 3: Ik begrijp niets wat ik in deze kamer - in deze straat, uit dit raam, op deze plek - zie…

1. Pas dit idee op dezelfde manier toe als de twee voorgaande, zonder enig onderscheid te maken. 2 Elk voorwerp dat je ziet, is geschikt om het idee op toe te passen. 3 Zorg ervoor dat je je niet gaat afvragen of iets wel geschikt is voor de toepassing van het idee. 4 Dit zijn geen oefeningen in oordelen. 5 Alles is geschikt, als je het ziet. 6 Sommige dingen die je ziet, kunnen een emotioneel geladen betekenis voor je hebben. 7 Probeer zulke gevoelens opzij te zetten en behandel die dingen gewoon net zoals je al het andere zou behandelen.

2. De bedoeling van deze oefeningen is je te helpen jouw denkgeest te bevrijden vam alle vroegere associaties, de dingen precies zo te zien zoals ze zich nu aan jou voordoen en te beseffen hoe weinig jij er werkelijk van begrijpt. 2 Het is daarom noodzakelijk dat je bij de keuze van de dingen waarop het idee van vandaag toegepast gaat worden, je denkgeest volkomen open houdt en niet door oordelen laat hinderen. 3Voor dit doel is het ene ding gelijk aan het andere, even geschikt en daarom even nuttig.

Voordat Hij in Zijn denkgeest dromen ging maken had ons Gewaar Zijn – als Zoon van God –  geen buitenwereld nodig en hoefde ook niets te weten om geluk, vrede en stilheid te ervaren. Je hebt niets nodig om het Liefde-Zijn bewust te delen met God. Aangezien we die ‘staat van Liefde-Zijn’ nooit hebben kunnen verlaten moeten we er dus nog steeds gewoon ‘in’ zijn. Wij hebben alleen in onze denkgeest met verbeelde gedachten  een idee toegestaan waardoor wij schijnbaar in een lichaam in een droomwereld terecht zijn gekomen.

les 51.3.(3) Ik begrijp niets wat ik zie. Hoe zou ik kunnen begrijpen wat ik zie, wanneer ik dat (zelf) verkeerd beoordeeld heb? Wat ik (ogenschijnlijk buiten mij) zie is de projectie van mijn eigen denkfouten (binnen mijn eigen kennen-zijn van gedachten). Ik begrijp niet wat ik zie, omdat het (namelijk gelabelde fantasiebeelden) onbegrijpelijk is. Het heeft geen zin om te proberen het (niet-bestaande fantasieverhaal) te begrijpen. Maar er is alle reden om het (fantasieverhalen willen zien) los te laten en ruimte te maken voor wat wel (werkelijk in ons is en) kan worden gezien, begrepen en bemind (niet met ogen van het lichaam maar met ons kennen-zijn van ware gedachten). Wat ik nu zie (met ogen van het lichaam meen te zien), kan ik hiervoor inruilen eenvoudig door daartoe bereid te zijn (door anders te leren denken). Is dit (anders te leren denken en de werkelijke wereld leren zien ) geen betere keuze dan die welke ik eerder maakte (gelabelde fantasiebeelden willen zien)?

VERANTWOORDELIJKHEID LEREN NEMEN OM DE WAARDE DIE WE SCHIJNBAAR IN DE DROOM GEÏNVESTEERD HEBBEN, TERUG TE LATEN DRAAIEN.

In les 2 ontdekten wij  T27.VIII.11. ‘Ik heb dit gedaan, en dit is wat ik ongedaan wil maken.’

Les 3 helpt ons te zien waarom we niets kunnen begrijpen van de dingen die we zien, omdat we ze zelf een betekenis hebben gegeven die niet strookt met de Werkelijkheid.

Willen we weer duurzaam geluk en vrede ervaren van liefde-zijn dan zullen we zelf de verantwoordelijkheid moeten leren nemen om de waarde die we schijnbaar in die droom geïnvesteerd hebben terug te laten draaien naar dat wat we werkelijk waren en zijn, voordat we ons dit droommaaksel gingen verbeelden. Voordat wij met verbeelde gedachten onze aandacht leerden weg te geven aan de dingen om ons heen, die we een label gaven en zo ruimte maakten tussen die gelabelde dingen en ze vervolgens voor waar aan gingen zien.

LES 184

1. Je (ego)leeft aan de hand van symbolen. 2 Je (als dromer in de ene denkgeest van de zoon) hebt namen bedacht voor alles wat jij ziet. 3 Elk ding wordt een afzonderlijke entiteit, die jij identificeert met behulp van zijn eigen naam. 4 Daarmee houw je het uit de eenheid los. 5 Daarmee markeer je zijn bijzondere kenmerken en zonder je het van andere dingen af door de ruimte eromheen te benadrukken. 6 Deze ruimte zet jij tussen alle dingen die je elk van een andere naam voorziet, alle gebeurtenissen die je uitdrukt in termen van plaats en tijd, alle lichamen die je met een naam begroet.

2. Deze ruimte die je ziet als iets dat alle dingen uit elkaar houdt, is de manier waarop de waarneming van de wereld wordt verkregen. 2 Je ziet iets waar niets is, en ziet tegelijk niets waar (wel) eenheid is: een ruimte tussen alle dingen, tussen alle dingen en jou. (dus eenheid is de ongedefinieerde ruimte, openheid, gewaarzijn zelf, heeft niets met de ogen van het lichaam te maken) 3 Zo denk je dat je in afscheiding leven hebt geschonken. 4 Door deze (dingen namen te geven) splitsing denk je dat daarmee vaststaat dat jij (als lichaam met naam) een eenheid bent die functioneert met een (eigen persoonlijke) onafhankelijke wil.

Zo blijkt alle kennis die we menen te ontlenen aan vormen en waarnemingen, gestoeld op aannames, dus valse kennis. Door deze aangeleerde gewoontes en door de verslaving aan de ervaringen die de waarnemingen ons schijnbaar bieden (zoals genot, lekker of vies, fijn of vervelend) te geloven, hebben wij ons verslingerd aan valse kennis en we zullen daardoor nooit toegang verkrijgen tot ware kennis.

Dit inzien kan heel moeilijk lijken. Zelf heb ik veel gehad aan het kijken naar het water in een sloot waarvan ik net als iedereen in deze droomwereld aannam: dit is water, water is om te drinken, erin te zwemmen of om op te varen en bestaat uit H2O. Enzovoort enzoverder. Dat is dan volgens het ego de definitie van kennis van water. Maar het zal duidelijk zijn dat al die begrippen nog steeds niets zeggen over wat water werkelijk is en dat de labels over ‘water’ in werkelijkheid dus niets betekenen.

9.IV.2. 6 Dit gevoel van beperking (van vast te zitten aan labels) is de oorsprong van alle vergissingen.

Deze uitspraak nodigt je uit om met nieuwe, open blik te leren kijken naar jezelf en ook de mensen om je heen: je ouders, je partner, je kinderen, je werkgever enz. Je zult ontdekken dat je niets, maar dan ook niets weet van de mensen om je heen. Je hebt ze slechts geïdentificeerd met de rollen die jij hun als dromer, inclusief jezelf, dicteert te spelen.

T.3. V.7. 5 Waarneming, daarentegen, is onmogelijk zonder een geloof in ‘meer’ en ‘minder’. 6 Op elk niveau gaat ze met selectiviteit gepaard. 7 Waarneming is een voortdurend proces van aanvaarden en verwerpen, ordenen en herordenen, wisselen en veranderen (van aangeleerde begrippen).

De oplossing is eenvoudig: aanvaard dat jij de Zoon van God bent. Het aanvaarden betekent dat er geen beeld, geen label nodig is, en dat er niets qua lichaam, wereld en meer beoordeeld hoeft te worden om jezelf weer Thuis te weten.

T.3.V.7 .8 Het toekennen van waarde is een wezenlijk bestanddeel van waarneming, omdat oordelen noodzakelijk zijn om te kunnen selecteren.

Oordelen over alles wat we menen te zien maakt al onze emoties, en maakt deze, inclusief ons genot en lijden, dus ook aangeleerd. Het is het gevolg van het geloof in een valse oorzaak gebaseerd op aannames. Als je echt vanuit openheid durft te kijken, houd je dus helemaal niet van de dingen en lichamen om ons heen, maar slechts van de genots- en gelukservaring die ze ons even lijken te geven.

les 76.4. Het is waanzin {} 2 Jij noemt ze wetten, en plaatst ze onder verschillende namen in een lange lijst van rituelen die geen nut hebben en geen doel dienen. 3 Je denkt dat je de ‘wetten’ van de geneeskunde, de economie en de gezondheid moet gehoorzamen. 4 Bescherm het lichaam en je zult worden verlost.

Socrates zei het al: Hoe meer ik (als persoon) lijk te weten des te beter ik weet dat ik niets weet. Dit is de deur naar ware kennis in ons. Ons kennen zijn dat zichzelf als liefde kent zonder daar iets qua waarnemingen voor nodig te hebben en dat ’eigenste’ zichzelf kennende liefde- zijn dat oplicht als niet-iets-weten, weet en belicht simpelweg het abstracte blanco zijn zelf in ons.

W85.3. 5 Ik zal haar (verlossing) niet buiten mijzelf zoeken. 6 Ze laat zich niet buiten vinden en dan naar binnen halen. 7 Veeleer zal ze vanuit mijn innerlijk naar buiten reiken, en al wat ik zie zal slechts het licht weerspiegelen dat in mij en in haar schijnt.

Het aanvaarden dat wij zelf als dromer, de maker zijn van deze poppenvoorstelling en dat we met fantasieën het stille geluk en de vrede, de liefdes-Stem van God zijn kwijtgeraakt, geeft de opening naar het weer hervinden van ons onveranderlijke kennen-zijn van alle zogenaamde gekende dingen, die vanuit dat juiste en ware open standpunt gezien slechts verbeelde gedachten zijn, een idee dat uiteindelijk niets betekent.

T9. IV. 3. De Verzoening is een les in met elkaar delen, die jou gegeven wordt omdat jij bent vergeten hoe je dat doet.

Gewoon, simpel schouwen van wat er oordeelloos in ons te kennen is, is de WARE WAARNEMING.

Dit is het fundament waarop ons onpersoonlijke liefde-zijn rust en zich weer laat her-kennen als ons Eigen Zijn. Alleen dit Onpersoonlijke Zijn kun je delen met God en alle anderen die buiten je lijken te zijn, maar in wezen één zoonschap zijn. Dan versmelten al die ogenschijnlijke afzonderlijke dingen buiten je tot één geheel, één innerlijke waarneming, die die zonder woorden is, zonder verleden en toekomst, aanvallend noch verdedigend. Gewoon, simpel schouwen van wat er oordeelloos in ons te kennen is, is de Ware Waarneming. Dit breed leren schouwen zoals ik het noem is de deur om illusies naar het licht in ons te brengen en zo de sirenes van alle vroegere associaties te passeren en erin te verwijlen.

T.3.V.7 7. De uitspraak ‘God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis’ behoeft een nieuwe interpretatie. ‘Beeld’ kan begrepen worden als ‘gedachte’, en ‘gelijkenis’ als ‘van gelijke hoedanigheid’. 3 God heeft inderdaad de geest naar Zijn eigen Gedachte geschapen en van een hoedanigheid gelijk aan die van Hemzelf. 4 Er is niets anders.

Les 4: Deze gedachten betekenen niets. Ze zijn net als de dingen die ik in deze kamer - in deze straat, uit dit raam, op deze plek - zie.

1.In tegenstelling tot de vorige oefeningen, beginnen deze niet met het idee van de dag. Begin deze oefenperioden met ongeveer een minuut lang te letten op de gedachten die door je denkgeest heengaan. Pas dan het idee erop toe. Als je je nu al bewust bent van onprettige gedachten, gebruik deze dan als onderwerp voor het idee. Maar selecteer niet alleen die gedachten die je ‘slecht’ vindt. Je zult merken, als je jezelf traint naar je gedachten te kijken, dat ze zo’n mengeling te zien geven dat in zekere zin geen enkele ‘goed’ of ‘slecht’ genoemd kan worden. Dat is de reden waarom ze niets betekenen.

ONVERANDERLIJKE KENNENDHEID HERKENNEN EN BIJ JE WETEN

Elke waarneming die door onszelf als zoon, de maker van de droom, is gemaakt in de denkgeest huist nog in de Denkgeest van God. Ons gewaarzijn zit als filmdoek niet aan de droom en zijn inhoudbeeld/script vast maar is de drager daarvan en niet een onderdeel van de droom, zijn gevolg! Het ‘al thuis zijn’ van ons gewaarzijn ‘staat dus feitelijk altijd aan’ en is de stap naar vrijheid door het simpele aanvaarden van ‘ken jezelf zonder meer of minder’. Vanuit dat standpunt leer je inzien dat het komen en gaan van zo’n mengeling gedachten met al hun tegenstellingen niets voor jouw gewaarzijn betekent noch erdoor beïnvloed wordt. Tegenstellingen als: goed en slecht, mooi en lelijk, of afscheidingen als mijn kind en andermans kind, het zijn allemaal onware gedachten, gekoppeld aan geloof in-het-lichaam-zijn-denken als oorzaak.

Les 51.(4) Deze gedachten betekenen niets.

De (gelabelde verbeelde fantasie) gedachten waarvan ik mij bewust ben, betekenen niets omdat ik probeer te denken zonder God. Wat ik ‘mijn’ gedachten noem, zijn niet mijn werkelijke gedachten. Mijn werkelijke gedachten zijn de gedachten die ik denk met God. Ik ben ze me niet bewust, omdat ik mijn (gelabelde verbeelde fantasie) gedachten hun plaats heb laten innemen. Ik ben bereid te erkennen dat mijn (gelabelde verbeelde fantasie)  gedachten niets betekenen en bereid ze los te (leren) laten. Ik besluit ze te laten vervangen (dus dat niet zelf te doen) door wat zij (fantasiebeelden van de droommaker in ons) vervangen wilden. Mijn (gelabelde verbeelde privé fantasie) gedachten zijn zonder betekenis, maar heel de schepping (kennen-zijn/gewaarzijn van het totaal van de ware gedachten) is aanwezig in de gedachten die ik denk met God.

Het doel van deze oefening is om dat eeuwig aanwezige onveranderlijke gewaarzijn weer te aanvaarden en te leren herkennen als één delend (in de zin van gemeenschappelijk dus insluitend en uitbreidend) onveranderlijk kennen-zijn dat altijd  bij je is´. Daarmee heb je zonder iets te hoeven doen je pop-jan-denken laten transformeren naar een ongedefinieerd kennendheid standpunt en kan je met die openheid al de waarnemingen die de ogen van het lichaam beweren te kennen/zien? doorzien als gedachten die niets betekenen.

Waarbij wellicht ook gedachten over de Cursus zelf: ‘Dit is pas les 4, ik begrijp het niet, ik kan dit niet’ worden waargenomen en als niets betekenend worden doorzien. Die gedachten komen en gaan in onze onveranderlijke Kennendheid.

Les 49 1. Het is heel goed mogelijk de hele dag te luisteren naar Gods Stem (de stilheid van ons vorm- en tijdloos Gewaar-Zijn als basis te kennen) zonder je gewone bezigheden (als pop in een poppenspel) op enigerlei wijze te onderbreken.

Als je nu vanuit je onpersoonlijk Gewaar-Zijn naar de in de denkgeest gemaakte poppenwereld kijkt, zie je geen verschillen en tegenstellingen meer en betekenen de angsten van de poppen in het poppenspel niets meer voor je, omdat je nu alleen het eeuwige onveranderlijke van de Eenheid ziet. Kijk je echter vanuit het denken van de poppen, dan is er onmiddellijk sprake van angstgevoelens en de mengeling van goede en slechte keuzes die je in een verleden hebt gemaakt, of wat je nu moet doen of laten om veilig naar een morgen te komen.

LEREN KIEZEN TUSSEN TWEE MANIEREN OM TE KIJKEN NAAR GEDACHTEN DIE IN ONS KENNEN TE KENNEN ZIJN.

2.2 Wees niet bang zowel van ‘goede’ als ‘slechte’ gedachten gebruik te maken. 2.3 Niet één ervan geeft jouw werkelijke gedachten weer, die daaronder schuilgaan. 2.4 De ‘goede’ vormen slechts de schaduwen van wat erachter ligt, en schaduwen bemoeilijken het zicht en maken zien onmogelijk. 2.5 De ‘slechte’ blokkeren het zicht en maken zien onmogelijk.2.6 Je wilt ze geen van beide.

Hoe meer je van boven het slachtveld vanuit je stille en vredige gewaarzijn neutraal naar zowel de dood als naar een fietsbelgedachte kunt kijken, hoe meer je je weer bewust wordt dat je nu al vanuit je veilige basis van de Zoon van God kijkt en dat je nergens naartoe gaat en niets hoeft te doen of te laten om te Zijn wat al zo is, een allesomvattende lieflijkheid die zichzelf kent en deelt met God als een eenheid in zichzelf. Het voor de ogen van het lichaam doorgaande droomverhaal van goede en slechte tijden in zijn totaliteit weggeven aan de Heilige Geest, en die dan het stuk dat niet echt is, in je laten verwijderen als waar, zonder dat je je ermee bemoeit, is nu het enige wat er te doen valt.

Want; T.16.6 7.alleen de HG herkent zowel dwaze als echte behoeften. En hij zal je onderwijzen hoe je beide kunt vervullen zonder een van beide te verliezen, wil zeggen dat we niet bang hoeven te zijn voor goede en enge gedachten als je de HG vraagt om die, zonder dat jíj dat hoeft te doen, voor jou op onwaar en waar te selecteren. Zie dat onware bericht als spammail, ga er niet op in, laat het langs je gaan zonder het te beoordelen. Het spammailbericht zegt dat je de inhoud van de waarnemingen persoonlijke aandacht moet geven, maar die waarnemingen zijn onware gedachten en betekenen niets want ons gewaarzijn is en was onpersoonlijk. In die onpersoonlijke aandacht is het kennen van een gedachte die zegt een persoonlijke gedachte in zich te houden en die betekent niets.

T9.IV.2.  2 Je begrijpt niet hoe jij aan vergissingen voorbij kunt zien, anders zou jij ze niet maken.

Het ware denken in ons is het kennen van de onpersoonlijke, vormloze Liefdesgedachte en deze delen en zo uitbreiden, terwijl het – zeg maar – pijn-denken het bevestigen en in stand houden van de afgescheidenheid is. Dat pijn-denken geloven, zet jezelf en de anderen klem met aangeleerde labels en daarmee verlies je schijnbaar de eenheid van liefde-zijn delen.

T9.IV.2. Je hebt in de Verzoening een rol te spelen, maar het plan van de Verzoening gaat jou (als pop) te boven.

Het gaat dus om het leren kiezen tussen twee manieren van kijken naar alle gedachten die in ons kennen te kennen zijn. Daarom is het standpunt van waaruit je kijkt zo belangrijk. Kijk je vanuit twee gaten in je hoofd naar gedachten die je in je hersenen lijkt te maken, of kijk je vanuit een onpersoonlijke vorm- en tijdloze openheid naar vormloze en objectloze gedachten die in jouw kennen-zijn gekend worden?

5.1 Je kunt het idee ook gebruiken voor een bepaalde gedachte die je als schadelijk onderkent.

Naar onze bakken met ‘slechte’ gedachten leren kijken zonder erover te oordelen en ze gewoon als spam, niet waar, te leren zien, is een goede oefening om te zien hoe subtiel schuld en angst op spamgedachten geloven of passeren inwerken. Het lijkt moeilijker om neutraal naar ‘slechte’ gedachten te kijken vanuit de pop gezien, maar vanuit het juiste innerlijke liefdes-standpunt, de juiste gerichtheid van denken, vanuit je onpersoonlijke Kennendheid, gaat kijken naar oordelende en kwetsende gedachten die angst of schuld lijken te brengen, moeiteloos en je ziet dan slechts onschuld. Dit is ware vergeving. Zo schouwend brengt al wat in ons onware slechte gedachten zijn ons kennende licht-zijn terug van nooit weg geweest.

T29.IX.6. 4 De droom van oordelen is een kinderspel, waarin het kind de vader wordt, machtig, maar met het beetje wijsheid van een kind. 5 Wat hem kwetst wordt vernietigd, wat hem helpt, gezegend. 6 Zij het dan dat hij dit beoordeelt als een kind dat niet weet wat kwetst en wat genezen zal. 7 En er lijken erge dingen te gebeuren, en hij is bang voor al de chaos in een wereld die naar hij meent geregeerd wordt door de wetten die hij heeft gemaakt. 8 Toch is de werkelijke wereld niet beïnvloed door de wereld die hij voor werkelijk houdt. 9 En evenmin zijn haar wetten veranderd omdat hij het niet begrijpt.

5.2 Dit gebruik is nuttig, maar kan de meer willekeurige methode die voor de oefeningen moet worden gevolgd niet vervangen

Kijk overigens ook naar alle ‘goede’ of ‘aangename’ spamgedachten en vervolgens weer naar (ver)oordelende spamgedachten als ze langskomen in ons open gewaarzijn en tegelijk als niet waar geopend worden maar wel gekend. Langs alle spamgedachten gaan naar de open denkgeest gevuld met ware liefdesgedachten is het werkelijke doel. Dus als de labels pijn of genot er lijken te zijn en je ervaart ze, lossen die vanzelf op en bevestig je daarmee steeds weer je onveranderlijke zelf als louter kennen-zijn. Onderzoek en verwelkom daarom elke gedachte slecht, goed, smerig, want zo komt hun stabiele kennende bron vanzelf in je op om zichzelf te bevestigen.

Niets is goed of kwaad maar denken maakt het zo, zei Shakespeare.

5.3 Onderzoek je denkgeest echter niet langer dan ongeveer een minuut. Je bent nog te onervaren om niet aan de neiging toe te geven je doelloos in gedachten te verliezen. Verder kan het je, aangezien deze oefeningen de eerste zijn in hun soort, bijzonder moeilijk vallen elk oordeel in verband met gedachten op te schorten.

In het begin zul je proberen gedachten zo neutraal mogelijk te volgen, maar door de afwisseling van ‘goede’ en ‘slechte’ gedachten ga je snel weer over in oordelen en veroordelen en dat komt doordat je door aangeleerde gedicteerde wetten en regels van bijvoorbeeld de tien geboden gebrainwashed bent. Ons als lichaam denkend is dus bewust aangeleerd om over alles te oordelen en we denken niet meer zonder te kunnen. `Je kunt toch zeker zelf wel zien hoe stom hij dat deed of dat liet gebeuren?`  Het is geloven dat we het goede zijn te midden van een slechte wereld.

Alles in de wereld gaat over oordelen over en veroordelen van wat je lijkt te zien bij jezelf en anderen. Wees daar nu niet bang voor, open jezelf om te leren naar de oorzaak op zoek te gaan. Je komt dan vanzelf bij het besef aan dat jij zelf als denkgeest de maker bent van de droomfantasieën waar je de poppen de schuld geeft van het maken van hun ellende.  T31 VII. deze denkgeest kan leren op te houden het lichaam als bron van zonde te dicteren.

Als je dat concept van de verzoening schijnbaar nog niet aan kunt, vraag dan hulp in jezelf aan een metaforisch hulpmiddel, een symbool dat staat voor dát wat wel weet hoe je langs die gedachten van schuld, angst en dood kunt komen en geef die imaginaire hulpgever dan je totale vertrouwen.

T30.VII. 6. 15 Je duistere dromen zijn niets dan de zinloze, geïsoleerde scenario’s die je schrijft in je slaap. 16 Zoek niet naar betekenis in afzonderlijke dromen. ‘7 Alleen dromen van vergeving kunnen worden gedeeld.

De cursus gebruikt de Heilige Geest en Jezus als hulpconcepten die je kunnen helpen zolang je nog twijfelt aan de belangrijkste stap die je kunt maken: de aanvaarding van de verzoening en het vergeven van wat er lijkt te zijn maar niet echt is. Dus zo gauw je ziet dat je je (ver)oordelende gedachten volgt, en dan ook beseft dat je zelf die onware gedachten maakt, dan heb je al een beetje ruimte gekregen tussen jouw stabiele kennen en de wisselende inhoud van gekende (ver)oordeelgedachten.

T31.V.13 iets moet aan deze [gedachten] zijn voorafgegaan.

Die ruimte is de opening naar het moment waarop je jezelf weer (her)kent zonder iets te beoordelen of te geloven.

T30.IV.3. 5 Maar jij verkeert niet in gevaar. 6 Je kunt lachen om opverende koppen en piepend speelgoed, net als het kind dat leert dat ze geen bedreiging vormen voor hem. 7 Maar zolang hij het leuk vindt om ermee te spelen, ziet hij nog steeds dat ze de regels gehoorzamen die hij voor zijn plezier heeft gemaakt. 8 En dus zijn er nog steeds regels die ze lijken te kunnen schenden, waardoor ze hem doen schrikken. 9 Maar is hij overgeleverd aan de genade van zijn speelgoed? 10 En kan dat een bedreiging voor hem zijn? 4. De werkelijkheid eerbiedigt de wetten van God, en niet de regels die jij hebt opgesteld.[] 9 Kijk kalm naar haar speelgoed, en begrijp dat het slechts afgoden zijn die dansen naar de pijpen van ijdele verlangens.

Zolang er angst of schuld na goede of slechte gedachten opkomen, oordeel je nog – weliswaar per ongeluk en onschuldig – en moet je dat onschuldig zijn nog verder oefenen. Zie oefeningen met kladblaadje vol met uitwerkingen van diverse gedachten die allemaal niets betekenen.

Beoefen ze zo vaak en zo veel mogelijk spelenderwijs. Daarmee kunnen ze helpen je denkgeest schoon te maken van geloof in onware gedachten.

Mijn gedachten over – Bevrijding, lichaam, hoofd, armen, schouders, rug, borst, heup, benen, voeten, handen, vingers ,tenen, liefde, oorlog, treiteren, mislukking, verif,sneeuw, melk, brood, kaas, vitamine, medicijnen, betekenen niets

Mijn betekenisloze gedachten Geslachtsorgaan, zintuigen, lichaamonderdelen, organen, doven ,blinden, psychoten, gehandicapten, geslaagd zijn laten een betekenisloze wereld zien en zijn beelden die ik zelf heb gemaakt.

Ik heb alles wat ik zie Ouders, familie, vrienden, kinderen, partners, exen, collega’s, vijanden, buren, medemensen, slachtoffers, daders, zeikers, tegenstanders, verkrachters, verkrachten, slagveld zelf de betekenis gegeven die het voor mij heeft.

Ik zie niets dan verleden in – Kanker, dood, pijn, genot, herrie, muziek, sadisme en sadisten, pesten, moord, vriendschap, gebroken ledenmaten, liefdesverdriet, rouwstoet, winkels , feesttent, trouwstoet, gezondheid, medelij.

Ik begrijp niets van wat ik zie. Brood, patat, pesticiden, kaas, stroopwafels, fruit, ijs, pudding hout, vuur, stoom, ijs,metaal, gesteenten, zouten.

Landgenoten, partijgenoten, beterweters, afhankelijke, heilige boontjes, slijmerds, bangeschijters, sadisten, masochisten, introverte extroverte, helden, feestgangers, vrijwilligers, naïevelingen, wreedaards, doktoren, professors, woord en leesblinden, sluwerd, moordenaars, flauwerd, onschuldigen, schuldigen, dommerds, knappers, landlopers, bedelaars, Deze of mijn gedachten betekenen niets.

Niets wat ik zie betekent iets.  Computer, TV, telefoons, radio, internet, twitter, skype, huis, kasteel, geliefde, kind, diploma, auto, tram, trein, politie, politiek, ziekenhuizen, kerken,totempalen, lantarenpalen, armoedzaaiers, milieurampen, vliegtuigrampen, natuurrampen  al de anderen rampen. zon, maan, sterren, planeten, heelal, huilen lachen.

God is in alles wat ik zie. Vlees, botten, vet, koolhydraten, suikers, insecten, bacteriën, virussen, champignons, neutronen, deuteronen, waterstof, zuurstof, stikstof, Alles wat we zien en benoemt hebben met labels en zo afgescheiden hebben van eenheid (zie les 154), Boeken, gedichten, prenten, schilderijen, kunst, huisraad, bijl, bank, potlood, zilver, goud, juwelen, bed, weegschaal, onverstelbaar, verstelbaar, goed, slecht, mooi, lelijk, verkeerd, weinig, veel, groot, klein, Gisteren, morgen, ver weg, dichtbij, jammer genoeg ook dat, ja ook dat. Vul maar in —

Jan in gesprek over de Cursus: