Skip to main content

Directe en indirecte vragen aan Jan over traditie, over Wolter Keers en het uitkomen van diens boek ‘Vrij Zijn’, vragen over stilte, aandacht, kennen en het nu – ofwel de vier ingangen die Jan de zoeker biedt. We blijven gefascineerd over de verscheidenheid in de benaderingen van ons favoriete onderwerp. Wat is het toch ‘boeiend’ dat Jans benadering van het ‘heldere zien’ zo anders is dan de radicale ‘uitnodiging’ van Tony Parsons (wat-er-is, is dit; dit is alles wat-er-is). Beiden zo ‘helder als glas’ – hetzelfde bericht maar totaal anders verpakt. En natuurlijk hebben we het zijdelings nog even over de twee verschillende ‘wegen’: de ‘weg van de devotie’ en de ‘weg van het onpersoonlijke’…

door Belle Bruins
(gepubliceerd in Webmagazine Amigo #8, Oktober 2004)

Amigo: De basisvraag is: als er ‘niets’ en ‘niemand’ is, wie volgt er dan een cursus en gaat zogenaamd ‘heldere mensen’ bezoeken, en vooral: waarom doen we dat?
Jan van Delden: Er is niemand die iets doet of laat. Het gebeurt gewoon of, met een knipoog naar Tony Parsons, ‘het is zoals het is’… Net zoals water (toevallig) ook natheid is lijkt het allesomvattende ‘water’ soms gevangen door te denken dat het een ‘golf’ is. [Met ‘golf’ bedoelt Jan ‘het veranderlijke lichaam en zijn ikjes’ en met ‘water’ bedoelt hij ‘het allesomvattende onveranderlijke’. Red.] Vervolgens lijdt het dan onder die schijnbare afgescheidenheid. Het water gaat dan als het ware bij zichzelf in bed liggen om te genezen van een niet bestaande ziekte. En ja, soms, heel soms geneest het zichzelf. De manier waarop het zichzelf geneest verschilt per golf en zo heb je mega verschillende verhalen van golven die vertellen hoe ze het water weer hebben gevonden. Ieder op zijn of haar eigen wijze. Het probleem hierbij kan zijn dat je als golf de verschillende verhalen van andere golven die het water weer gevonden hebben, met elkaar gaat vergelijken. Op die manier loop je de kans indirect de niet bestaande golven en hun genezing weer serieus te nemen, terwijl het, hoe je het ook wendt of keert een en hetzelfde water is dat verstoppertje speelt met zichzelf, inclusief het spel van ‘het vinden van water’ zonder dat het water meer of minder nat wordt. Om dit simpel en direct verteerbaar te houden gebruik ik de woorden ‘water’ en ‘golf’ als metaforen.

Homerus vertelt het verhaal dat Zeus (het water) voor de goden (de golven) een feestje organiseert waar één golf niet voor wordt uitgenodigd: Eris, de godin van de twist. Die pikt het natuurlijk niet dat ze wordt buitengesloten en neemt wraak door een gouden appel met het opschrift ‘voor de mooiste’ tussen de feestgangers te werpen waarna de drie mooiste godinnen met elkaar in de clinch gaan. Zo ontstaat de strijd die we de hele dag overal om ons heen zien in de wereld. In die ajax-feijenoord-strijd zien de golven niet meer dat het eigenlijk om het ene ‘water’ gaat – de ingrond van alle golven – dat dit hele spel dirigeert en speelt. En dat het niet ‘de ander’ is die we gewoonlijk de schuld in de schoenen schuiven. Zien dat Zeus altijd, in elke situatie het water zelf is en nooit de ene golf tegen een andere, is in dit verband het enige doelpunt dat wordt gescoord. Maar daarvoor moet je eerst afkomen van elk geloof in het idee dat jij een golf bent in een golven-wereld, met een vrije golf-wil, enzovoort, enzovoort. Pas dan kun je de plaaggeest, die je zelf bent, ontdoen van de betovering iets anders te zijn dan het allesomvattende water zelf.

In dat proces lijkt het of dat golf-ikje iets moet doen of laten om weer water te worden en alle andere golven als water te zien. De laatste stap is zien dat het ik, als ‘golf’, altijd al water was en dat er dus nooit een golf geweest is en dat die zogenaamde inspanning ook niet echt heeft plaatsgevonden. Daarmee is elke waarom-vraag onzin en is er ook geen ik die een antwoord geeft als er een vraag opkomt.

We kunnen dus alle cursussen van de wereld doen omwille van het spel, niet omwille van waarheid of werkelijkheid. Met andere woorden: natuurlijk mag ik alles doen, als ik maar niet geloof of denk dat mijn avonturen, ervaringen, meningen, ideeën, overtuigingen – kortom mijn verhalen – waar zijn. Desondanks zijn er heel veel mensen die van alles doen, of gedaan hebben, om ‘de wereld te helpen’, of te ‘veranderen’. Ook ik ben ooit mantrazingend door het leven gegaan om in allerlei talen de goden ‘liefde’ en ‘vrede’ enzovoort af te smeken; allemaal vanuit een intens verlangen het persoonlijke te ontstijgen… Heeft iedereen zo’n fase? Is dat wat jij noemt ‘de weg van de devotie’?
Dat is een vraag over ‘hart’-golven en ‘hoofd’-golven en voor mij is dat dezelfde schijnbare tegenstelling als de tegenstelling man-vrouw. Al die tegenpolen moeten doorzien worden als niet waar, alvorens alles te zien als water dat gewoon zijn dansje danst. Zie het als een waterballet dat al die tegenstellingen voorgoed ontzenuwt.

Door alles wat ik nu ‘weet’ kan ik niet meer geloven in het doen van iets om iets anders te bereiken. Daarmee is wel al het leuke weggevallen. Die dreun op de achtergrond: alles is zoals het is… Al mijn ‘verhalen’ verdwijnen erin en komen eruit voort. Dat zie ik heel duidelijk hoor, maar mijn ‘ikje’ ervaart dat als een leegte. En die leegte wil ‘ik’ niet. Het is geen lekkere leegte. Het is een onaangename leegte. Dat is mijn bodemvraag. Wat nu? Als je onmiddellijk ‘weet’ dat alles niets anders is dan alles wat er is, vind ik er niks meer aan.
Dit komt omdat je nog luistert naar de vragen en antwoorden van golf ‘Belle’ alsof ze waar zijn en je er blijkbaar iets aan moet doen of laten. Je mag van jezelf niet ontspannen in het besef water te zijn terwijl je het Belle-golfje maar ziet doorkwebbelen. Jij bent niet de gólf, en om te wonen in je zelf – het water – hoef je alleen maar te leren, of beter mag je inzien, dat je die hoofdrolspeelster-golf en zijn golvenwereld niet meer serieus hoeft te nemen. Je moet een tijdje wennen aan het thuis-zijn, aan dat lege water voordat het ‘lekker’ wordt. Zolang een golf-ikje en zijn idee over hoe het zou moeten zijn niet herkend en gepasseerd is, heb je niets aan het zien dat je eigenlijk water bent en niet een golf. Die golvenwereld blijft maar doorgaan met te vertellen dat hij echt is, ook al weet jij dat al die golven water zijn. En het wordt extra moeilijk als die niet bestaande golven een niet bestaande golf-Belle pesten, pijn doen of vertellen dat er niets aan is in het niets. Omdat dit een vrij algemeen voorkomende hindernis is heb ik de cursus Het Doden van de Vrijers ontwikkeld waarin we (kunnen) leren het water niet uit het oog te verliezen en zo de onveranderlijke aandacht, het nu en de stilte vrij te maken van de ten onrechte de baasspelende ervaringen, en het geluk van gewoon ER ZIJN te beleven.

We gaan er hier vanuit dat je iets van Tony Parsons gelezen hebt en daar een mening over hebt. Voor ons is het interessant om zo duidelijk te zien dat hier twee mensen zijn, jij en Tony, die alle twee gerealiseerd hebben wie ze zijn en daar op een totaal verschillende manier over spreken terwijl ze toch hetzelfde bedoelen en dezelfde liefde uitstralen, of ze dat willen of niet.

Voor Tony was er opeens die Helderheid. Zomaar op een zondagmiddag in een park. Hij was 21. Opgegroeid met het christendom dat na die ervaring geen aantrekkingskracht meer voor hem had. Tony gaat ervan uit dat er niemand is: niet hier en niet daar. Niemand hier, niemand daar. Er is dus niemand die iets duidelijk moet krijgen, of die iets doet of niet-doet. Alles drukt zich uit ALS dat-wat-is. Wat je ook doet, het komt van niemand. Het leven is de Uitnodiging van Dat Wat Is. Er is uitdrukking. En dat is alles. Ik ben dit moment. Hier is wat ik ben. Tony biedt niets aan, want er is niemand om iets te nemen of te geven. Als hij iets zou aanbieden, zou er sprake zijn van iets of iemand. Als hij mij iets zou bieden zou dat een ik-gevoel versterken. Daarom maakt hij geen gebruik van een of andere methode want dat zou het ik-gevoel bevestigen als bestaand.

Ik denk zelf dat we hier te maken hebben met twee dingen: Tony is op heel jonge leeftijd ( 21) ‘verlicht geworden’ en heeft in de nakomende jaren moeten leren leven met zijn nieuwe visie op het leven. Hij is een beetje een gelukskind. Nooit problemen. Hij was christelijk tot hij inzag dat de Kerk hem niets te bieden had. Hij heeft nooit een leraar gehad; er is geen traditie waar hij op kan of wil terugvallen. Anders dan bij jou. Jij hebt geen makkelijk leven gehad als kind en de rest van je leven was ook enigszins problematisch. Jouw geluk was Wolter Keers; je mentor, je leraar op het verlichtingspad. Wolter had een traditie achter zich. Alexander zei altijd dat de traditie via de leermeester zijn werk doet, of je dat nu weet of niet. Een traditie stuurt bij; de leraar kan bouwen op de traditie; het kan de leerlingen helpen hindernissen te nemen. Een traditie zorgt ervoor dat niet iedereen steeds weer opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. Wat is volgens jou het nut van een traditie?
Strikt genomen hebben tradities geen nut, want water wordt er niet natter van als je via een zogenaamd verleden van mentors en hun trukendozen ont-dekken mag dat je geen golf maar water bent, was en altijd zal zijn. Toch lijkt er tegelijkertijd in de ’traditie’ van Wolter het wonder te bestaan van wat er met golf-Jantje gebeurde. Die golf-Jantje kreeg een methode voor zijn neus gezet om door middel van zelfonderzoek geleidelijk onderuit te worden gehaald door de feitenregen van Wolters traditie. Zo mocht hij leren dat er alleen allesomvattend water is en dat de rest niet meer is dan een verhaal, want de golf-Jantje is nooit geen water geweest, dus heeft er ook geen zoektocht noch een vinden plaatsgevonden. Er waren alleen verhalen. Traditie is dus iets dat alleen op het niveau van het golf-zijn iets kan betekenen, maar zo gauw de golf-Belle inziet dat ze water is, wordt die traditie en ook het inzicht een grap van dat ene water zelf.

Heb jij toch nog ergens het gevoel dat je verankerd bent in De Traditie dankzij Wolter?
Denk je dat je daar bewust of onbewust steun aan hebt? … Ja en nee. Ja omdat de golf-Jan door die onsterfelijk lieve golf-Wolter schijnbaar het bewijs kreeg dat hij geen golf is, maar het water. In mijn geval kwam het toen heel geleidelijk door het afbreken van het automatisme een Jantje te zijn en te durven zien en behappen dat het niet Wolter was die mij met zijn traditie geholpen heeft maar het water zelf. Dat water vertelde me dat het al water was, is en zal zijn. Daarmee werd de dualiteit doorbroken en werd de golf-Jan weer gewoon het allesomvattende Zijn zelf.

Zolang je nog moet geloven dat het waar is wat het denkende en voelende ik-golfje zegt en nog niet met een glimlach de gouden appel van de godin van de twist mag laten rollen, kan het script van de traditie een enorme steun zijn. Dan is het ‘genade in uitvoering’. Daarbij hoef je ook niet het wiel uit te vinden, want er ligt een draaiboek klaar waarin je alle drempels en valkuilen die je kunt tegenkomen herkent en kan voorkómen. Ik had het geluk dat Wolter mij mocht laten zien dat het met het ’thuiskomen’ niet is afgerond en dat je, om elk spoor van een golf-verleden kwijt te raken nog wat moet doen en/of laten. Daarnaast heb ik ook nog het geluk gehad in De Odyssee van Homerus het ideale draaiboek te vinden van het spel waarin water naar de golf gaat en vervolgens weer terugkeert naar het water.

Denk je dat jouw ‘onderricht’ je leerlingen een basis geeft?
Ja, want het water herkennen is een goede basis om het golvengeweld aan te kunnen en als dat je golf-aanleg is, is dat jouw weg. Zoniet, dan zul je naar een andere traditie moeten gaan om te zien of die wel brengt wat je al bent.

Is traditie belangrijk?
Ja, voor deze eikel wel, en bij sommige mensen die een traditie volgen zie je dat zij hetzelfde krijgen als de traditie mij heeft gegeven. En nee, want elke weg naar huis is aan het eindpunt gewoon hetzelfde water dat er altijd al was. Dan blijkt het Zeus te zijn die aan beide kanten van de ajax-feijenoord-wedstrijd meedoet, de boel opjut en belazert en soms weer één maakt.

Wat zei Wolter daarover?
In ‘de prehistorie van het non-dualisme in de lage landen’ sprak Wolter als roepende in de woestijn al over Krishna die zei: welke weg je ook neemt, ik sta aan het eind. Vandaar dat Wolter ook zijn hele leven lang iedere weg aanmoedigde, promootte en er ook letterlijk en figuurlijk alles aan deed. Want als je ziet dat alles water is en niet een of andere Wolter met een eigen weg, is het vanzelf duidelijk dat elke weg de goede is, omdat achter elke zogenaamde weg of golf Zeus/het water verscholen is die de kluit zit te bedonderen.

Denk je dat je zonder het te beseffen gevormd bent door de traditie dankzij Wolter?
Natuurlijk is er een verhaal geweest van een zogenaamd ‘onderweg’ zijn en is er in dat verhaal een hoofdrolspeler – Jantje geheten – die zeer dankbaar is dat hij de genade heeft mogen ontvangen om bij een licht als Wolter te mogen zijn en die dat altijd in zijn hart zal blijven dragen, maar als je vanuit Zeus/water kijkt en niet vanuit het golfje, is er nooit niet water geweest. Dus is het tegelijkertijd ook volslagen onzin. Om deze schijnbare tegenstelling te leren behappen zeg ik daarom altijd: geef aan de Caesar-golf wat van de Caesar-golf is en aan Mij-het water wat van Mij-het water is. Dan kun je ze het beste allebei gewoon hun gang laten gaan. Zoals de linkerhand niet hoeft te weten wat de rechterhand doet. Belangrijk in mijn verhaal is de mate waarin je in het gewone leven erin slaagt, zonder er iets aan te doen of te laten, jezelf te blijven zien als het onveranderlijke water, in plaats van de niet bestaande, maar zich als echt-voordoende, veranderlijke golf-ervaringen.

Dankzij een ’traditie’ kreeg ik het draaiboek (De Odyssee) van wat je op je weg kunt tegenkomen en waar je op moet letten om niet na het inzicht toch nog door die echt-lijkende ervaringen te worden betoverd, tot je inziet dat een ervaring niet bestaat, maar dat alles gewoon het allesomvattende ervaren zelf is. Als je dat niet laat uitrollen blijf je je verzetten tegen zogenaamde ‘anderen’. Dan ben je midden in de twist rond de gouden appel terechtgekomen, ofwel in opinies en oordelen. Mijn trukendoos is er dus om te leren die schijnbare twee – Caesar (de golf) en Mij (het water) – uit elkaar te houden tot je mag doorhebben dat Caesar geen verhalen meer kan vertellen waarvan het water (‘Mij’) – niet onmiddellijk moeiteloos doorziet dat het onzin is.

Wat vind je ervan dat het boek ‘Vrij Zijn’ van Wolter Keers wordt uitgegeven?
Te gek natuurlijk want ook al is het in een andere tijd geschreven, het is nog steeds heel helder en to the point maar daarnaast is het vooral fijn want elk bericht van het water zijn dat in deze golvenwereld verschijnt, is een feest! Vooral als het naambordje van Wolter eraan hangt. Maar nu lijkt het weer of een Jantje iets doet terwijl het toch het ‘water’ is dat het doet, bijvoorbeeld via al die verschillende ‘wateraandragers’ van uitgeverij Samsara, of gewoon rechtstreeks.

Ken je het werk van Tony Parsons? Heb je iets van hem gelezen? Ik weet dat je geen lezer bent, maar toch…
Na je vragenmailtje heb ik snel op mijn vakantieplek een ‘broodje Tony’ gegeten, terwijl ik tegelijkertijd de tentstokken in de gaten hield omdat het regende en stormde. Zijn manier van spreken geeft heel duidelijk aan wat de smaak van het niets/water is, en dumpt alle golf-ideeën in het goddelijke niets. Ik geef hem dan ook een ruime tien voor zijn heldere beschrijvingen van het niets, het water en het niet golf-zijn.

Als ik echter niet vanuit mijn ‘water-standpunt’ zou kijken, maar zou luisteren naar golf-Jantje-stemmetjes, dan zouden die hem gelijk een vette onvoldoende geven voor zijn aandoenlijk naïeve schoppen en afzetten tegen andere richtingen en wegen. Dan ziet Jantje – figuurlijk gesproken – heel duidelijk een levensgroot Tony-golfje op de lege stoel van het niets zitten, die elke weg die anders is dan de zijne zit af te kraken alsof er bij anderen wél een ‘iets’ of een ‘iemand’ bestaat die het ‘verkeerd’ zou kunnen doen, terwijl er, zoals hijzelf zo duidelijk zegt, helemaal geen ander is! Dit is een goed voorbeeld van hoe de Jantjes-in-ons op alle mogelijke manieren uit zijn op oorlog. Vanuit ‘de lege stoel’, zoals ik dat noem, is dat niet mogelijk. Niet voor Tony en niet voor mij. Niet voor wie dan ook. Maar ja, zo wil het niets (het water) blijkbaar spelen met twee schijnbare standpunten en dat is wat ik noem ‘de lol van Zeus’.

Door dit zo te zeggen lijkt het alsof een zekere Jan een mening heeft over een zekere Tony. Maar dat is niet waar! Er is noch een Tony noch een Jan; er is alleen maar Zeus, water, of niets, al naar je woordkeus, dat steeds weer aan het kegelen is met die twistappel; dezelfde appel waar ook Adam en Eva van hebben gegeten en die zo vanuit het paradijs (het water) in de golven-nachtmerrie rolde.

Laat je niet in de maling nemen door je eigen allesomvattende water/niets, want vanuit Mij/het water bekeken is er alleen het kennen van een Jantje die naar een Tony kijkt; het water dat Jantje’s ‘standpunt’ altijd weer belicht én de schijnbare dualiteit zullen de ‘oorlog’ eruit halen en alles weer maken tot het spel van het ene water.

Tony treedt zoekers niet tegemoet. Geen handreiking. Absoluut niets. Schrikwekkend niets. Zijn ‘weg’ is heel radicaal. Veel mensen komen na één keer nooit meer terug. Hij is altijd beschikbaar. Iedereen kan hem zonder meer opbellen. En dat doen ze ook. Jij bent net zo beschikbaar. Iedereen kan jou bellen of mailen. Jij biedt cursussen aan, Tony’s aanbieding is het grote Niets. Met lege handen naar huis. Hoe vind je dat?
Iedere kikker heeft zo zijn of haar manier om de kikkervisjes te vertellen hoe het er boven water uitziet. Maar omdat het van mij uit geen Tony noch Jan of wie dan ook is, maar gewoon altijd het-water-zelf dat babbelt tegen water, zal ik van mij uit proberen nooit iets over een andere golf te zeggen en te geloven, want er is natuurlijk geen andere golf. Er is alleen maar ‘water’ en dus is het nooit nodig daar iets over te zeggen. Wel blijf je altijd getuige van een van de Jantjes/ikjes die doorgaan ergens een mening over te hebben, maar die moet je ontmaskeren als een ‘broodje oorlog’. Jij trekt aan mijn oorlelletje om vanuit de antwoorden tot de schijnbare verschillen en waarom-vragen te komen. Als je dat wilt, wil ik wel even kijken naar die schijnbare verschillen.

Als je ik-ben-water in één keer mag zien, zoals bijvoorbeeld dat zondagskindgolfje Tony geheten, dan kun je er meestal niet veel meer over zeggen dan ‘klopt!’ Je hoeft er niets voor te doen of te laten. Het gebeurt of het gebeurt niet. Punt uit. Dan zijn alle andere wegen in waterland natuurlijk onzin, maar aangezien hij zelf zegt een inzicht te hebben ‘gekregen’, en de nakomende jaren heeft moeten leren leven met zijn nieuwe visie op het leven, zou het duidelijker zijn als hij die weg ook zou afkraken. Het inzicht was dus kennelijk niet voldoende; er is schijnbaar toch een leerproces geweest na dat inzicht. Bij Tony worden die tijd en de leermomenten niet benoemd en gebruikt, terwijl ze in mijn traditie juist het belangrijkste zijn. Want wie, zoals de meeste thuiskomers, eerst een schijnbaar lange weg vol hindernissen en tegenslagen heeft moeten afleggen alvorens te mogen zien dat het allemaal niets is, kan andere zoekers meer tips en trucs voorspiegelen over wat niet en wat misschien wel zou kunnen werken om van die golf-waan af te komen. Louter en alleen omdat het nu toevallig op jouw weg zo ging, kun je misschien – net als in De Odyssee – allerlei soorten zoekers op hun eigen manier en met hun eigen verschillen Thuis laten komen zonder dat de ene weg beter zou zijn dan een andere. Geloof alleen maar wat je op dit moment toch al gelooft. Bezoek elke eikel die je maar wilt, maar houd een nuchtere kijk op verhalen en concepten en zoek steeds weer naar dat wat volgens jou niet klopt, of ga gewoon naar een ander. Vertrouw en weet dat het altijd het water zelf is dat ons op elke weg die je denkt te gaan vertelt dat we al water zijn, waren en zullen zijn en nooit een golf-persoon, hoe hij ook moge heten.

Ik denk dat mensen tijdens hun ’treinreis naar Huis’ altijd iets te doen willen hebben.
Als ze bij mij komen omdat ze denken te lijden aan het golf-zijn en op zoek zijn naar de essentie, bied ik ze iets aan, ja, maar die aanbieding is tegelijkertijd, als een addertje onder het gras, de mogelijke inleiding om al hun ideeën over hoe het zal zijn af te breken en elk geloof in de ikjes-stemmetjes te ‘doden’. Ik zeg vanaf het begin dat het uiteindelijk alleen maar onzin is, want er valt niets te bereiken en er kan dus ook niets gedaan of niet gedaan worden om te zijn wat je al bent.

Het ingewikkelde is, dat als je denkt een ik-golfje te zijn dat op zoek is naar huis, dat ikje er absoluut van overtuigd is dat je van alles moet doen en/of laten om dat te bereiken. Waar ik naar verwijs, is dát te leren zien als onwaar, terwijl de golvenwereld gewoon doorgaat met geloven dat het wel waar is. Ik ga met ze mee en laat ze stapje voor stapje, afhankelijk van hun rijpheid, zien dat het er niet om gaat ‘iets te bereiken’. Er is alleen maar de realisatie dat water niet natter wordt als het zich realiseert dat het water is, was en zal zijn. Elke bijzonderheid van het water blijkt uiteindelijk betrekkelijk, want we waren het al die tijd al en er is niets anders! Daarom is er voor toekomstige zoekers nooit ‘leerstof’ of een ‘mentor’ nodig! Alles is gewoon de lol van Zeus. Het zevende dag-spel van water dat stilstaand met zichzelf danst.

Toch zullen we het nooit kunnen laten om iets te doen, ook al weten we dat er niets te doen valt…
Dat hangt af van rijpheid en aanleg. De een krijgt, net als Tony, eerst spontaan het inzicht ik ben water en niet de golf en probeert dan, met dat inzicht als een kaars in de duisternis het automatisme van de golf-ideeën en golf-gevoelens af te breken tot gezien wordt dat alles echt water is. Anderen, zoals deze Jan bijvoorbeeld, moeten zonder dit inzicht eerst vertrouwen op een mentor bij wie ze leren ‘ikjes’ en ‘lichaam’ met bewijzen en andere trucjes als onwaar te doorzien en te passeren.

Vervolgens leert dat ‘passeren van het oude standpunt’ je om in het dagelijks leven af te komen van elk geloof in het automatische Jantje-denken. Pas daarna mag je proeven van het echte zien van het water-zijn. Niet iedere water-vinder krijgt te zien dat hij, naast vertellingen over het water-zijn, ook moet leren afkomen van het automatisme van een nu doorziend-Jantje en zijn golvenwereld en op te gaan in het leven vanuit het water-zijn. Dan gaat iemand die het water heeft ‘gevonden’ op de stoel van het niets zitten, samen met zijn nog niet herkende ‘Jantjes’ die uit naam van het niets gaan beweren hoe het niets is en hoort te zijn. Je kunt dat over het algemeen vrij makkelijk zien, maar om uit die oorlogen te blijven is niet altijd makkelijk en je hebt schijnbaar inspanning nodig om door die golven-verhalen heen het water te blijven zien.

Daarom is voor mij niet het inzicht ik ben water en niet de golf het belangrijkste, maar wat er na komt: namelijk leren om de conditionering ik ben golf uit je systeem te krijgen terwijl de zogenaamde ‘wereld’ gewoon doorgaat. De nu ‘doorziende’ golf met zijn Jantjes, opinies en meningen zal meestal nog gewoon doorgaan met zijn kijk op de gang van zaken, net zoals daarvoor, maar nu zonder een ik die geloofd wordt, die iets doet of iets laat; zonder een idee of een ik-gevoel als waar te moeten volgen en die nu, zonder een spoor achter te laten, in de rondte danst.

Ik praat dus wel over ‘het inzicht’, maar eigenlijk is dat van veel minder belang dan te leren geen aandacht, vrede, stilte of nu-zijn te verliezen aan het dwingende karakter van gedachten, gevoelens of verlangens (de Jantjes en zijn ‘werelden’). Zonder het inzicht en het doorzien van die gladjakkers loop je het gevaar pardoes weer als golfje in die ajax-feijenoord-wedstrijd terecht te komen, alleen met de herinnering dat je water bent. Wat heb je aan ‘het goddelijke niets’ als je nog aandacht moet geven aan iets in plaats van ongedefinieerde aandacht te zijn?

Het is dus duidelijk dat zoekers die bij jou komen blij zijn met iets dat een ‘methode’ genoemd zou kunnen worden, ook al wordt er honderdduizend keer gezegd dat er geen ‘methode’ (nodig) is.
Ja precies! Net als een klein kind dat op zondagochtend bij je bed staat en vertelt dat het naar zijn werk gaat. Met een ‘Goed hoor schat! Heb je je boterham met pindakaas ingepakt om op te eten op je werk?’ ga je mee in het spel in plaats van tegen dat kind te zeggen ‘Klets niet, je werkt helemaal niet! Je bent nog maar een kind.’ Zonder uit het oog te verliezen dat alle golven water zijn ben je hooguit beschikbaar om de enkeling, die beweert te lijden aan zijn golf-zijn te vertellen hoe je het water uit het golf-denken kunt destilleren en hoe je door de golven heen het water niet uit het oog moet verliezen.

Tot slot wil ik nog even wat zeggen over de golf Tony, de golf Jan en hoe die golven allemaal mogen heten. Als je mag inzien dat elke vraag, elke mening, elke wat dan ook voor gezwam van welke golf dan ook een spelletje is van Zeus, of noem het ‘het alomvattende water’ (want er is ten slotte alleen maar water), dan trap je niet meer in die oorlogjes van gebakken lucht. Er kan ogenschijnlijk verschil zijn tussen golf-Tony en golf-Jan, maar als je gericht blijft op het water, blijft er echt alleen maar water over en dat kan geen ruzie met zichzelf maken hoewel het wel z’n best doet het zo te spelen. Dus Belle-golf, laat de Jantjes maar lekker zwammen. Het onveranderlijke water weet wel beter. Wij nemen de zwamjanussen niet meer serieus, oké?