Skip to main content
Een cursus in wonderenMedia

Les 3: Ik begrijp niets wat ik in deze kamer – in deze straat, uit dit raam, op deze plek – zie…

By 22 februari 2019september 27th, 2020No Comments

1. Pas dit idee op dezelfde manier toe als de twee voorgaande, zonder enig onderscheid te maken. 2 Elk voorwerp dat je ziet, is geschikt om het idee op toe te passen. 3 Zorg ervoor dat je je niet gaat afvragen of iets wel geschikt is voor de toepassing van het idee. 4 Dit zijn geen oefeningen in oordelen. 5 Alles is geschikt, als je het ziet. 6 Sommige dingen die je ziet, kunnen een emotioneel geladen betekenis voor je hebben. 7 Probeer zulke gevoelens opzij te zetten en behandel die dingen gewoon net zoals je al het andere zou behandelen.

2. De bedoeling van deze oefeningen is je te helpen jouw denkgeest te bevrijden vam alle vroegere associaties, de dingen precies zo te zien zoals ze zich nu aan jou voordoen en te beseffen hoe weinig jij er werkelijk van begrijpt. 2 Het is daarom noodzakelijk dat je bij de keuze van de dingen waarop het idee van vandaag toegepast gaat worden, je denkgeest volkomen open houdt en niet door oordelen laat hinderen. 3Voor dit doel is het ene ding gelijk aan het andere, even geschikt en daarom even nuttig.

Voordat Hij in Zijn denkgeest dromen ging maken had ons Gewaar Zijn – als Zoon van God –  geen buitenwereld nodig en hoefde ook niets te weten om geluk, vrede en stilheid te ervaren. Je hebt niets nodig om het Liefde-Zijn bewust te delen met God. Aangezien we die ‘staat van Liefde-Zijn’ nooit hebben kunnen verlaten moeten we er dus nog steeds gewoon ‘in’ zijn. Wij hebben alleen in onze denkgeest met verbeelde gedachten  een idee toegestaan waardoor wij schijnbaar in een lichaam in een droomwereld terecht zijn gekomen.

les 51.3.(3) Ik begrijp niets wat ik zie. Hoe zou ik kunnen begrijpen wat ik zie, wanneer ik dat (zelf) verkeerd beoordeeld heb? Wat ik (ogenschijnlijk buiten mij) zie is de projectie van mijn eigen denkfouten (binnen mijn eigen kennen-zijn van gedachten). Ik begrijp niet wat ik zie, omdat het (namelijk gelabelde fantasiebeelden) onbegrijpelijk is. Het heeft geen zin om te proberen het (niet-bestaande fantasieverhaal) te begrijpen. Maar er is alle reden om het (fantasieverhalen willen zien) los te laten en ruimte te maken voor wat wel (werkelijk in ons is en) kan worden gezien, begrepen en bemind (niet met ogen van het lichaam maar met ons kennen-zijn van ware gedachten). Wat ik nu zie (met ogen van het lichaam meen te zien), kan ik hiervoor inruilen eenvoudig door daartoe bereid te zijn (door anders te leren denken). Is dit (anders te leren denken en de werkelijke wereld leren zien ) geen betere keuze dan die welke ik eerder maakte (gelabelde fantasiebeelden willen zien)?

VERANTWOORDELIJKHEID LEREN NEMEN OM DE WAARDE DIE WE SCHIJNBAAR IN DE DROOM GEÏNVESTEERD HEBBEN, TERUG TE LATEN DRAAIEN.

In les 2 ontdekten wij  T27.VIII.11. ‘Ik heb dit gedaan, en dit is wat ik ongedaan wil maken.’

Les 3 helpt ons te zien waarom we niets kunnen begrijpen van de dingen die we zien, omdat we ze zelf een betekenis hebben gegeven die niet strookt met de Werkelijkheid.

Willen we weer duurzaam geluk en vrede ervaren van liefde-zijn dan zullen we zelf de verantwoordelijkheid moeten leren nemen om de waarde die we schijnbaar in die droom geïnvesteerd hebben terug te laten draaien naar dat wat we werkelijk waren en zijn, voordat we ons dit droommaaksel gingen verbeelden. Voordat wij met verbeelde gedachten onze aandacht leerden weg te geven aan de dingen om ons heen, die we een label gaven en zo ruimte maakten tussen die gelabelde dingen en ze vervolgens voor waar aan gingen zien.

LES 184

1. Je (ego)leeft aan de hand van symbolen. 2 Je (als dromer in de ene denkgeest van de zoon) hebt namen bedacht voor alles wat jij ziet. 3 Elk ding wordt een afzonderlijke entiteit, die jij identificeert met behulp van zijn eigen naam. 4 Daarmee houw je het uit de eenheid los. 5 Daarmee markeer je zijn bijzondere kenmerken en zonder je het van andere dingen af door de ruimte eromheen te benadrukken. 6 Deze ruimte zet jij tussen alle dingen die je elk van een andere naam voorziet, alle gebeurtenissen die je uitdrukt in termen van plaats en tijd, alle lichamen die je met een naam begroet.

2. Deze ruimte die je ziet als iets dat alle dingen uit elkaar houdt, is de manier waarop de waarneming van de wereld wordt verkregen. 2 Je ziet iets waar niets is, en ziet tegelijk niets waar (wel) eenheid is: een ruimte tussen alle dingen, tussen alle dingen en jou. (dus eenheid is de ongedefinieerde ruimte, openheid, gewaarzijn zelf, heeft niets met de ogen van het lichaam te maken) 3 Zo denk je dat je in afscheiding leven hebt geschonken. 4 Door deze (dingen namen te geven) splitsing denk je dat daarmee vaststaat dat jij (als lichaam met naam) een eenheid bent die functioneert met een (eigen persoonlijke) onafhankelijke wil.

Zo blijkt alle kennis die we menen te ontlenen aan vormen en waarnemingen, gestoeld op aannames, dus valse kennis. Door deze aangeleerde gewoontes en door de verslaving aan de ervaringen die de waarnemingen ons schijnbaar bieden (zoals genot, lekker of vies, fijn of vervelend) te geloven, hebben wij ons verslingerd aan valse kennis en we zullen daardoor nooit toegang verkrijgen tot ware kennis.

Dit inzien kan heel moeilijk lijken. Zelf heb ik veel gehad aan het kijken naar het water in een sloot waarvan ik net als iedereen in deze droomwereld aannam: dit is water, water is om te drinken, erin te zwemmen of om op te varen en bestaat uit H2O. Enzovoort enzoverder. Dat is dan volgens het ego de definitie van kennis van water. Maar het zal duidelijk zijn dat al die begrippen nog steeds niets zeggen over wat water werkelijk is en dat de labels over ‘water’ in werkelijkheid dus niets betekenen.

9.IV.2. 6 Dit gevoel van beperking (van vast te zitten aan labels) is de oorsprong van alle vergissingen.

Deze uitspraak nodigt je uit om met nieuwe, open blik te leren kijken naar jezelf en ook de mensen om je heen: je ouders, je partner, je kinderen, je werkgever enz. Je zult ontdekken dat je niets, maar dan ook niets weet van de mensen om je heen. Je hebt ze slechts geïdentificeerd met de rollen die jij hun als dromer, inclusief jezelf, dicteert te spelen.

T.3. V.7. 5 Waarneming, daarentegen, is onmogelijk zonder een geloof in ‘meer’ en ‘minder’. 6 Op elk niveau gaat ze met selectiviteit gepaard. 7 Waarneming is een voortdurend proces van aanvaarden en verwerpen, ordenen en herordenen, wisselen en veranderen (van aangeleerde begrippen).

De oplossing is eenvoudig: aanvaard dat jij de Zoon van God bent. Het aanvaarden betekent dat er geen beeld, geen label nodig is, en dat er niets qua lichaam, wereld en meer beoordeeld hoeft te worden om jezelf weer Thuis te weten.

T.3.V.7 .8 Het toekennen van waarde is een wezenlijk bestanddeel van waarneming, omdat oordelen noodzakelijk zijn om te kunnen selecteren.

Oordelen over alles wat we menen te zien maakt al onze emoties, en maakt deze, inclusief ons genot en lijden, dus ook aangeleerd. Het is het gevolg van het geloof in een valse oorzaak gebaseerd op aannames. Als je echt vanuit openheid durft te kijken, houd je dus helemaal niet van de dingen en lichamen om ons heen, maar slechts van de genots- en gelukservaring die ze ons even lijken te geven.

les 76.4. Het is waanzin {} 2 Jij noemt ze wetten, en plaatst ze onder verschillende namen in een lange lijst van rituelen die geen nut hebben en geen doel dienen. 3 Je denkt dat je de ‘wetten’ van de geneeskunde, de economie en de gezondheid moet gehoorzamen. 4 Bescherm het lichaam en je zult worden verlost.

Socrates zei het al: Hoe meer ik (als persoon) lijk te weten des te beter ik weet dat ik niets weet. Dit is de deur naar ware kennis in ons. Ons kennen zijn dat zichzelf als liefde kent zonder daar iets qua waarnemingen voor nodig te hebben en dat ’eigenste’ zichzelf kennende liefde- zijn dat oplicht als niet-iets-weten, weet en belicht simpelweg het abstracte blanco zijn zelf in ons.

W85.3. 5 Ik zal haar (verlossing) niet buiten mijzelf zoeken. 6 Ze laat zich niet buiten vinden en dan naar binnen halen. 7 Veeleer zal ze vanuit mijn innerlijk naar buiten reiken, en al wat ik zie zal slechts het licht weerspiegelen dat in mij en in haar schijnt.

Het aanvaarden dat wij zelf als dromer, de maker zijn van deze poppenvoorstelling en dat we met fantasieën het stille geluk en de vrede, de liefdes-Stem van God zijn kwijtgeraakt, geeft de opening naar het weer hervinden van ons onveranderlijke kennen-zijn van alle zogenaamde gekende dingen, die vanuit dat juiste en ware open standpunt gezien slechts verbeelde gedachten zijn, een idee dat uiteindelijk niets betekent.

T9. IV. 3. De Verzoening is een les in met elkaar delen, die jou gegeven wordt omdat jij bent vergeten hoe je dat doet.

Gewoon, simpel schouwen van wat er oordeelloos in ons te kennen is, is de WARE WAARNEMING.

Dit is het fundament waarop ons onpersoonlijke liefde-zijn rust en zich weer laat her-kennen als ons Eigen Zijn. Alleen dit Onpersoonlijke Zijn kun je delen met God en alle anderen die buiten je lijken te zijn, maar in wezen één zoonschap zijn. Dan versmelten al die ogenschijnlijke afzonderlijke dingen buiten je tot één geheel, één innerlijke waarneming, die die zonder woorden is, zonder verleden en toekomst, aanvallend noch verdedigend. Gewoon, simpel schouwen van wat er oordeelloos in ons te kennen is, is de Ware Waarneming. Dit breed leren schouwen zoals ik het noem is de deur om illusies naar het licht in ons te brengen en zo de sirenes van alle vroegere associaties te passeren en erin te verwijlen.

T.3.V.7 7. De uitspraak ‘God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis’ behoeft een nieuwe interpretatie. ‘Beeld’ kan begrepen worden als ‘gedachte’, en ‘gelijkenis’ als ‘van gelijke hoedanigheid’. 3 God heeft inderdaad de geest naar Zijn eigen Gedachte geschapen en van een hoedanigheid gelijk aan die van Hemzelf. 4 Er is niets anders.

Jan is visueel ingesteld en werkt bij het schrijven met in kleur gearceerde tekstblokken.


Klik hier om dit artikel met kleurarceringen in pdf formaat te downloaden.